Definitie van de oppervlaktehardingsdiepte SHD
- Oppervlakteharden is een warmtebehandelingsproces dat de chemische samenstelling van de oppervlaktelaag niet wijzigt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld nitreren (hardingsdiepte door nitreren) en cementeren (hardingsdiepte door cementeren). Het doel van oppervlakteharden is een volledige martensietstructuur te verkrijgen in de oppervlaktelaag en de rest van de sectie in zijn originele toestand te laten.
- Oppervlakteharden verhoogt zowel de sterkte als de hardheid in de oppervlaktelaag van het stuk. Harden creëert ook een residuele drukspanning in de oppervlaktelaag, waardoor een betere weerstand tegen trillingen ontstaat.
- Oppervlakteharden gebeurt in drie stappen. Eerst wordt de oppervlaktelaag verhit tot de nodige behandelingstemperatuur. Daarna wordt het op deze temperatuur gehouden. Tot slot wordt het werkstuk afgekoeld tot kamertemperatuur. Dit gebeurt zeer snel, aangezien enkel de oppervlaktelaag van het werkstuk wordt beïnvloed.
Bepaling van de effectieve hardingsdiepte
- De bepaling van de effectieve hardingsdiepte (DS) na het oppervlakteharden wordt beschreven in de norm DIN EN 10328. De effectieve hardingsdiepte (oppervlaktehardingsdiepte SHD) is de afstand tussen het oppervlak van het stuk en het punt in de laag waar de Vickers hardheid 0,8 keer de minimale waarde van de oppervlaktehardheid bedraagt (zie de grafiek).
- Het oppervlak van het sample waarop de meting gebeurt, moet fijn bewerkt zijn.
- De indrukkingen voor de hardheidsmeting worden uitgelijnd loodrecht op het oppervlak van het sample met een in de norm vastgelegde afstand. De gebruikte testkracht bedraagt 9,807 N (HV). Uit de curve met de hardheid ten opzichte van de afstand tot het oppervlak halen we de effectieve hardingsdiepte door de afstand van het oppervlak tot de berekende hardheidslimiet te meten.