Testmethoden voor vervormbaarheid
Testmethoden voor vervormbaarheid leveren karakteristieke waarden voor metaalbewerking en verwerking, en omvatten tests zoals cupping tests, earing tests en hole expansion tests.
Dunne plaat wordt vervormd in verschillende fabricageprocessen zoals walsen, smeden, impactextrusie, extrusie, dieptrekken of buigen. Het vervormen van plaatmetaal in het bijzonder is één van de oudste productietechnologieën. Een vlakke metaalplaat wordt zo tot zijn finale vorm verwerkt.
Innovatie wordt grotendeels gestuurd door transporttechnologie, in het bijzonder de automobielindustrie. De steeds hoger wordende eisen aan plaatmateriaal onder invloed van lichtgewicht constructie, hebben geleid tot de ontwikkeling van hoge-sterkte en ultrahoge-sterkte stalen. Hun lagere vervormbaarheid en hoger elastisch terugveren stellen nieuwe uitdagingen voor vervormingstechnologie en procescontrole.
Typisch testmethoden voor vervormbaarheidstests
Typische vervormbaarheidstests zijn onder andere de klassieke cupping test volgens Erichsen (EN 20482) en Olsen (ISO 20482), de earing test (ISO 11531 / EN 1669) en hole-expansion test volgens ISO 16630, die steeds vaker gebruikt wordt voor hoge-sterkte stalen.
De bepaling van de vervormingsgrenscurves (FLC) volgens ISO 12004 is een bijzondere tweedelige test waarbij kritische vervormingen aangebracht worden om dan te vergelijken met bestaande vervormingen in echte componenten. Eens de vervormingsgrenscurve bepaald is, wordt deze tijdens het ontwerpproces gebruikt om het vervormingsproces te optimaliseren en het ontwikkelingsproces te versnellen.
Warmvervorming
- Warm persen heeft in de laatste jaren duidelijk aan belang gewonnen als productieproces, om aan de specifieke vraag naar een lager gewicht met hogere crashveiligheid te voldoen.
- Het doel van deze techniek is met een gereduceerde hoeveelheid materiaal een gelijke of hogere sterkte van koetswerkonderdelen te bekomen als met klassieke vervormingsmethoden.
- Talloze automobielfabrikanten gebruiken deze processen om structuuronderdelen van het koetswerk zoals A- en B-zuilen, transmissietunnels, dragers voor bumpers, dorpels, deurversterkingen, langsdragers, dakrelingen en dakramen te produceren.
- De warmvervorming is in vergelijking met conventionele productiemethoden van nature complexer en laat toe zo snel mogelijk sterkere onderdelen te produceren die geometrisch complexer zijn en minimaal terugveren. De samples worden uit het eindproduct genomen en worden naast de hardheidsmeting onderworpen aan trek- en buigtests.