Testen van draad, garen en twijn
De fysische eigenschappen van deze primaire textielproducten worden voornamelijk bepaald met een trektest, waarbij een monster wordt voorbereid volgens de relevante norm.
ZwickRoell heeft de ideale testmachines, extensometers en vooral klemmen en klemoppervlakken voor het testen van textiel, wat betrouwbare testprocedures garandeert.
Trektest op naaidraad volgens EN ISO 2062
De trektest op naaidraad wordt uitgevoerd volgens DIN EN ISO 2062. In dit voorbeeld worden schroefklemmen gebruikt, de rek wordt gemeten via de traverse en de resultaten worden weergegeven in een typisch kracht/rek-diagram.
De afstand tussen de klemmen bedraagt 250 mm of 500 mm. De testsnelheid hangt af van de afstand tussen de klemmen. Bij een afstand tussen de klemmen van 250 mm wordt een testsnelheid van 250 mm/min gebruikt, bij een afstand van 500 mm wordt 500 mm/min gebruikt. De maximale trekkracht en de maximale rek worden bepaald.
Trektest op aramidegaren volgens EN ISO 12562
De trektest op aramidegaren wordt uitgevoerd volgens DIN EN 12562. Er wordt gebruik gemaakt van klemmen met omleiding om tot een resultaat te komen zoals getoond in dit typische kracht/rekdiagram.
Dankzij de omleidingscurve ligt de afstand tussen de klemmen vast en is een directe verlengingsmeting niet nodig.
De omleidingscurve bouwt de trekkracht af net voor de inklemming. Het sample wordt stevig ingeklemd en breekt niet in de klemmen, zodat de test volgens de norm kan uitgevoerd worden. De breuk moet optreden in de vrije ingespannen lengte en niet ter hoogte van de omleidingscurven.
Voor het nauwkeuriger meten van de verlenging zonder invloed van de klemmen wordt een rekmeetsysteem gebruikt. Een mechanische oplossing is enkel geschikt wanneer er geen risico bestaat dat het sample de rekmeter beschadigt.
Elastisch gedrag van garen volgens DIN 53835-2, -3
In deze norm wordt het elastisch gedrag van monofilamenten van elastische vezels getest door herhaaldelijke trekbelasting tot een bepaalde blijvende rek optreedt. Deze norm is van toepassing op alle filamentgarens gemaakt uit elastische vezels met meer dan 300% rek.
De elastische garens worden telkens belast met 5 cycli (in dit geval 0% tot 300% met een afstand tussen de klemmen van 100mm), niet tot breuk maar tot een bepaalde rek optreedt. Het sample wordt aan 500 mm/min ontspannen tussen het belastingspunt (300% rek) en het startpunt. Om de resultaten niet te vervalsen, mag er geen wachttijd zijn bij de keerpunten.
De restkracht en blijvende rek worden bepaald bij de 5e cyclus. In dit voorbeeld worden veerklemmen gebruikt, en wordt de rek gemeten met de traverse om tot een typisch kracht/rek-diagram te komen.
Trektest op dubbel getwijnd garen volgens EN ISO 2062
Voor de trektest op dubbel getwijnde draad volgens EN ISO 2062 worden pneumatische capstanklemmen gebruikt, de rek wordt gemeten met de traverse. De resultaten worden weergegeven in een typisch kracht/rek-diagram. Omwille van de grote radius van de omleiders, wordt een inspanlengte van 500 mm gebruikt.
Dankzij de omleidingscurve ligt de afstand tussen de klemmen vast en is een directe verlengingsmeting niet nodig.
De omleidingscurve bouwt de trekkracht af net voor de inklemming. Het sample wordt stevig vastgehouden en en breekt niet in de klemmen.
Zo wordt de test uitgevoerd volgens de norm. De breuk moet optreden in de vrije ingespannen lengte en niet ter hoogte van de omleidingscurven.
Voor het nauwkeuriger meten van de verlenging zonder invloed van de klemmen wordt een rekmeetsysteem gebruikt. Een mechanische oplossing is enkel geschikt wanneer er geen risico bestaat dat het sample de rekmeter beschadigt.
Trektest op Multifilamentgaren volgens EN ISO 2062
Multifilamentgaren is glad en heeft de neiging te draaien, wat extra eisen stelt aan testopstellingen. Hier wordt het materiaal vastgehouden in klemmen voor touw, en de rek wordt gemeten met een optisch systeem voor grote verlengingen omdat voor de traverse geen zuivere referentie voor de rek genomen kan worden. De norm DIN EN ISO 2062 is ook van toepassing op deze test.
De klemkracht van deze klem wordt gegenereerd met lussen en een bijkomende schroef-, wig- of hydraulische klem. Met één of meerdere lussen rond de rollen wordt de trekkracht significant afgebouwd door wrijving. Afhankelijk van het materiaal worden rollen tussen Ø 30 mm en Ø 250 mm gebruikt.
Trektest op monofilament volgens ISO 11566
In de trektest op monofilament volgens ISO 11566 worden individuele vezels van koolstofgebaseerde multifilamenten of stapelvezels getest.
Met behulp van een raam uit papier kunnen de samples vastgehouden worden in veerklemmen zoals getoond. Monofilamenten zijn zeer klein, uiterst gevoelig aan inklemmen en moeilijk te manipuleren. Daarom wordt als versterking het frame uit papier gebruikt, dat voorzien is van een centrale gedefinieerde uitsparing. Het filament wordt op het frame gekleefd. Zodra de lijm droog is, kan het sample in de klemmen gespannen worden. Voor aanvang van de test, wordt het papierframe doorgeknipt. Er treden zeer kleine krachten op, van 0,04 tot 5 N. De rek wordt gemeten met de traverse.
Trektest op strengen
Strengen worden in een 270° capstanklem gespannen en getest tot breuk, wat resulteert in een typisch kracht/verplaatsing-diagram.
De omleidingscurve bouwt de trekkracht af net voor de inklemming. Het sample wordt stevig vastgehouden en en breekt niet in de klemmen. Zo wordt de test uitgevoerd volgens de norm. De breuk moet optreden in de vrije ingespannen lengte en niet ter hoogte van de omleidingscurven.
Voor het nauwkeuriger meten van de verlenging zonder invloed van de klemmen wordt een rekmeetsysteem gebruikt. Een mechanische oplossing is enkel geschikt wanneer er geen risico bestaat dat het sample de rekmeter beschadigt. Meestal wordt een optisch systeem gebruikt.
Trektests met dubbele capstanklemmen
Dankzij dit omleidingsprincipe ontstaat een dubbele krachtgradiënt, waardoor het sample binnen de meetlengte breekt zonder slip of klembreuk. Met een eenvoudige trektest worden maximale kracht en rek bepaald. De resultaten worden weergegeven in een typisch kracht/rek-diagram.
Bij de dubbele capstanklemmen wordt het sample met een lus over de rol die verbonden is met de krachtcel gelegd. Het sample wordt dan over de onderste rol en een in hoogte verstelbare derde rol geleid. Na het omleiden wordt een gedefinieerd voorspangewicht aangebracht. In deze fase bewegen alle drie de rollen om de rek onder invloed van het voorspangewicht te compenseren.
De drie lengten worden afgeregeld volgens het te testen materiaal. Tenslotte wordt de dubbele streng in de hoogte verstelbare onderste klem gespannen.
De rollen worden vergrendeld, waardoor wrijving ontstaat met het sample zodat dit niet meer kan slippen. De diameter van de rollen is zo gekozen dat de ontstane wrijving geen invloed heeft op de testresultaten.
Aangezien het materiaal vaak uit de klemmen slipt, wordt een klem gebruikt met constante klemkracht.